Met tegenzin vertrek ik naar mijn werk. Daar aangekomen kan
ik de verrotte sfeer al ruiken. Ik loop naar de kleedkamer, kleed me om en
voordat ik de werkvloer op ga wordt ik er nog even aan herinnerd. In een
spiegel op de deur met de tekst “Put on your smile, you’re a host now” zie ik
de chagrijnige weerspiegeling van mijn gezicht. Oh shit, vandaag moet ik
vrolijk zijn, vandaag moet ik aardig zijn.
Ik sta nog geen twee tellen achter de bar of ik word al
geroepen door een gast. “UH HALLO!? Ik zit al een uur op mijn eten te wachten
hoor” roept de ouwe graftak op tafel zes. “Oh wat vervelend mevrouw, ik zal
even in de keuken kijken waar het blijft” zeg ik tegen de vrouw en ik loop
terug naar de bar. Zodra ik omgedraaid ben veranderd mijn gezicht van
vriendelijk meisje naar dat gezicht van een heks die haar bezem onmogelijk de
lucht in krijgt. In de computer zie ik dat mevrouw haar eten pas vijftien
minuten geleden besteld heeft, een uur is dus ietwat overdreven. De keuken ziet
me aankomen als ik nu al kom vragen waar het eten blijft dus kies ik voor een
andere oplossing.
Nadat ik me een paar seconde achter de deur heb verstopt kom
ik weer tevoorschijn. “Het eten komt er zo aan mevrouw, ze zijn er mee bezig”
vertel ik als ik terug kom bij tafel 6. Geen idee of dat ook daadwerkelijk zo
is maar mevrouw ongeduld kan gerust nog een paar minuutjes wachten. “dankjewel
meid, dat je even bent gaan kijken, top service” zegt de vrouw. Van binnen
bloei ik op, wat ben ik toch een geweldige actrice.