Presenteren: hoe het wel en niet moet


Afgelopen week mocht ik een presentatie bijwonen op de Creative University van Lissabon. Klinkt chique, dat was het niet. Het onderwerp was al niet mijn ding en de presentator al helemaal niet.

De presentatie begon met de mededeling dat de persoon die eigenlijk de presentatie zou geven niet fit was en daarom was er een vervanger. Een verschrikkelijke vervanger wel te verstaan. Hij begon zijn presentatie met de woorden “Ik ben hier niet goed in en ik vind het ook niet leuk maar er moest iemand invallen”. Wat een enthousiasme, ik had al helemaal zin om de rest van de presentatie te horen.

De presentator was een ietwat nerd-achtige man. Zo’n ICT mannetje die al verlegen word van een appel zeg maar. Dat hij verlegen en onzeker was merkte je duidelijk aan zijn houding en stem. Ik zat op de derde rij en kon niet horen wat hij zei, ik zag zijn lippen wel bewegen maar het geluid kwam niet bij me binnen.

Na een uur te hebben gekeken naar een man die met zijn lippen bewoog en een beamer scherm dat in het Portugees was ingevuld was de presentatie eindelijk afgelopen. Deze presentatie was een duidelijk voorbeeld van hoe het niet moet en dat bracht me op het idee voor deze blog post.

Ook bij presenteren kruip je soms in een rol. Je wilt bijvoorbeeld zelfverzekerd overkomen terwijl je dat niet bent of je moet leuk en enthousiast doen terwijl je daar helemaal geen zin in hebt. Ik ga jullie 5 tips geven die ik zelf ooit op papier heb gezet en die mij heel erg geholpen hebben om beter te kunnen presenteren:

1. Een goede voorbereiding is het halve werk
Begin op tijd met het voorbereiden van je presentatie zodat je de complete presentatie meerdere malen kunt oefenen voor de spiegel of voor proefkonijnen. Er is niets zo vervelend als bijvoorbeeld je tekst kwijt raken tijdens je verhaal en buiten dat wil je overtuigend overkomen. Door een goede voorbereiding kun je jouw verhaal sterker over brengen.

2. Kom zelfverzekerd over
Je wilt jouw verhaal goed overbrengen en daarvoor moet je stevig in je schoenen staan. Je wilt niet dat mensen denken dat je zelf niet achter je eigen woorden staat. Denk vooral na over je houding, door een stevige houding aan te nemen (met beide voeten op de grond en je benen iets uit elkaar) kom je al snel veel zelfverzekerder over dan dat je een beetje staat te wiebelen van het linker been naar het rechter. Ook lopen doet het vaak goed, door rustige stevige stappen te zetten kom je zelfverzekerd over. Kijk hier wel mee uit want je moet niet zenuwachtig op en neer gaan lopen of bijvoorbeeld voor het scherm terecht komen.

3. Lichaamstaal zegt meer dan 1000 woorden
Luisteraars komen voor mooie verhalen die ze zich voor moeten kunnen stellen. Neem de luisteraar dus mee in je verhaal en zorg ervoor dat zij precies voor zich zien wat jij bedoelt. Beeld het uit, met handen en voeten, met klanken en motoriek. Woorden worden vaak slecht onthouden maar de lichaamstaal maakt indruk. Door het gebruik van handgebaren, emoties en gevoel kun je de luisteraar beter overtuigen en kom je ook nog eens zelfverzekerd over.

4. Uh, dus uh, en uh…
Laat de “uhhh’s” je niet de kop kosten. Oefen je presentatie veel door ook dit onder de knie te krijgen. Liever een langere stilte dan een “uh”.

5. Interactie
Probeer het publiek erbij te betrekken, zorg ervoor dat zij niet alleen toeschouwers zijn maar ook mee doen in je verhaal. Stel vragen, wees nieuwsgierig naar de mening van andere en biedt op die manier ruimte voor interactie. Het is belangrijk dat je hier bij de voorbereiding al over nadenkt anders wordt je presentatie een rommeltje en laat je het uit handen glippen.