Twee jaar geleden bereikte ik met mijn acteer carrière een onvergetelijk hoogtepunt. Ik vertrok voor een half jaar naar de andere kant van de wereld. Super stoer, zoals ik ben, nam ik afscheid van mijn ouders. Het deed me helemaal niets. Zij huilde, ik lachte. We knuffelde omdat het moest, maar van mij had dat niet gehoeven. Veel te klef en emotioneel, dat past niet bij een stoer persoon als ik.
Natuurlijk deed het afscheid mij wel wat, maar ik ben een geboren actrice. Hoe sterker ik me hield hoe makkelijker het ging en hoe sneller ik weg was. Voordat ik naar de gate ging keek ik nog even om met mijn strakke, emotieloze blik. Mijn ouders vonden mij op dat moment vast een rot kind, en zo werd ook voor hun het afscheid makkelijker. Ik acteerde deze scene natuurlijk niet alleen voor mezelf, maar ook voor hun.
Nog geen twee minuten later was ik uit hun zicht. De tranen rolde als watervallen over mijn wangen en mijn toekomst als actrice ging in rook op. Ik baalde als een stekker. Ik dacht eindelijk mijn roeping gevonden te hebben. Ik had eindelijk ontdekt waar mijn talent zat. Maar in twee minuten kwam de waarheid weer naar boven. Ik ben een waardeloze actrice, ik heb geen talent.